Verbindingshonger

30-07-2021

'Ik wil je diep in mijn armen

Ik wil je dicht bij mij

Ik zal je lijf verwarmen en je ziel erbij

O dicht bij mij (o dicht bij mij)

Ik wil je dicht bij mij (ik wil je dicht bij mij)

Ik wil je dicht bij mij (ik wil je dicht bij mij)

Dicht bij mij, dicht bij mij (dicht bij mij, dicht bij mij)

Schop je schoenen in de hoek

Dicht bij mij, dicht bij mij (dicht bij mij, dicht bij mij)

En verscheur je klachtenboek'

(Bart Peeters)

Bart Peeters, je was geweldig! Wat heb ik (Kelly) genoten van het eerste concert na de lange en mentaal (voor velen) zware lockdowns. Het horen van de mensenmassa, het voelen van de muziek, die tot in de kleinste vezel van mijn lijf kroop en me vervulde. Pure ontspanning. Enkele uren ervoor hoorde ik nog van de spoedarts dat mijn lijf uit verdediging in lockdown was gegaan. Beetje tegen alle logica en gezond verstand in wou ik toch per se naar dit concert. Ik wist dat het me ontspanning zou brengen. Dé ontspanning die mijn lijf nodig had. En ja hoor, wat heb ik dan goed gevoeld. De verbinding met anderen voelen was wat ik nodig had. Mijn lijf voelen doorheen de muziek en de beweging die het van binnen en van buiten teweeg bracht. Dan te beseffen dat ik enkele uren voordien een hevige paniekaanval had, dit owv te lang, te hard over mijn eigen grens te gaan. De laatste maanden is mijn lijf opnieuw in mijn overlevermodus geschoten zonder dat ik het van mezelf besefte. Het was wederom een wijze les aan mezelf. Mijn overlever zorgt er voor dat ik ondanks alles staande blijf. Tot op een zeker moment, dan neemt mijn lijf wraak en zorgt het ervoor dat ik op mijn stappen terug moet komen. Stilstaan moet ik dan, terug voelen wat er aan mijn binnenkant gebeurt, verbinding maken met mijn lijf en mezelf.

Daar zaten we dan, op een klapstoeltje op een tribune, vlakbij het podium. We keken naar elkaar en schaterden het uit. Wat heb ik (Cathy) hier naar verlangd. En dan moest het concert nog beginnen. Alle tonen, vooral de bassen, voelde ik door mijn lijf zinderen. Ik voelde me deel van dit grotere geheel van mensen, een geheel dat alle verschillen doet overstijgen, een grote genietende massa. 't Was alsof de noten draadjes sponnen tussen alle vezels in mijn lijf en dat van de andere mensen in de arena. Muziek beleven versterkt de relatie met je zelf, je lijf en de lijven rond je, ook al mag je ze niet aanraken... Ik voel hoe ik herleef, hoe alles stroomt. Ik huil, ik lach, ik ontlaad, ik ontspan. Ik voel me ten volle verbonden met mezelf en met de mensen.

De bovenstaande tekst is voor mij zeer bijzonder. Jaren heb ik verlangd die fysieke verbinding te kunnen aangaan. Wat ben ik nu blij te kunnen voelen wat ik voel als iemand me spontaan vastneemt. Dat ik het ten volle kan toelaten, een simpele vriendschappelijke knuffel of begroetingszoen. Het leek mission impossible. In het begin van de pandemie lachte ik het verplichte afstand houden spottend weg. Die 1,5 m afstand geen probleem voor mij, ik leef al jaren zo. De maatregelen kwamen net op het moment dat ik in dit laatste puzzelstukje van mijn proces verschuivingen maakte. Dus ja, ook ik heb er van afgezien.

Verbinding zit voor mij in zeer kleine dingen, ik ben niet zo'n erg fysiek mens. Maar ik voelde een enorm verlangen om dit wel te kunnen. Vooral om er geen angst meer voor te hebben. Dit merk ik nu, en ik vind het super. Verbinding is voor mij er soms ook zeer bewust voor kiezen om net niet dichter te gaan of zelfs letterlijk of emotioneel afstand te houden, vooral dan in relaties waar ik geen afstemming voel. Het is niet evident, maar wel haalbaar. Eén essentiële voorwaarde is dat je de belangrijkste verbinding niet vergeet, die met jezelf.

Dat die verbinding maken met jezelf passeert via de ander merk ik als (groeps)therapeut telkens weer.

"We maken ons zorgen," start ik het gesprek met een 30jarige man, geboren in Congo en op z'n 19 naar België geëmigreerd. Hij kijkt me vragend aan, maar gaat dan uit verbinding met mij en keert zich naar zijn zuigende binnenkant. Hij stopt net als in de groepssessies niet met het relaas van zijn levensverhaal vol onrecht en gemis. Ik laat hem even en probeer opnieuw contact te maken. "We maken ons zorgen, Joseph, ik merk dat ook hier gebeurt wat er in de sessies gebeurt. Je last is alomtegenwoordig en zeer reëel. Daarnaast valt het ons zwaar dat we jou niet kunnen bereiken. Zo lukt het ons niet om samen met jou aan een weg van herstel te bouwen." Zijn ogen worden rood, hij neemt een flinke teug van zijn koffie. "Ja, ik mis mijn zoon zo." En dan volgt terug een heel relaas over alle manoeuvres die zijn ex in zijn gevoel tegen hem heeft ingezet. Ik laat hem even en probeer vooral te verbinden door oogcontact te maken. "Vertrouw je ons, de therapeuten en de groepsleden?" probeer ik de vinger op de wonde te leggen. "Euh, dat begrijp ik niet." Ik glimlach: "Ik denk dat taal hier niet het grootste probleem is, Joseph, je gaat uit verbinding zowel met jezelf als met mij. En net dat vind ik zo jammer. Je hunkert zo naar verbondenheid en relatie, maar je fundamentele angst net om te verbinden zit als een harnas rond je en zo geraak ik niet bij jou. En andere momenten ben je zo aan het grabbelen naar aandacht en gehoor dat ik ook niet echt kan verbinden want dan zet je mij gewoon daar waar jij me nodig hebt en kan ik ook niet echt vanuit mijn binnenkant verbinden." Joseph slikt, zijn ogen waterig. Het therapeutisch proces zal een aaneenrijgen van millimeters worden, meanderend tussen verbinden en in angst wegglippen.

Dat genstertje proberen aan te wakkeren als therapeut en als afdelingshoofd is mijn professionele doel en voeding.

'De mama van Napoleon zei: Zoon, ik ben zo trots
Je bent een kleine kiezelsteen, maar ooit word je een rots.
Ze gaf haar zoon een brooddoos en een dikke zoen
Je gelooft niet wat een genstertje kan doen

Soms is het een rotschop
Soms is het een zoen'

(Bart Peeters)