Reguleren Co-reguleren
Het kunnen verbinden met wat je voelt om er daarna op een constructieve manier mee om te gaan. Dit is voor mij de definitie van reguleren. Het was een weg van 'lange adem' om dit op die manier te kunnen toepassen. Het woord 'adem' is hierin zeker niet toevallig gekozen. Kunnen ademen is de kern en de start van reguleren.
Voor mij was het een proces van hyperventileren naar reguleren. Of nog beter: van niet voelen naar een overload aan voelen en dan reguleren. En alles daar tussenin.
Toen mijn dochter 17 werd, behaalde ze vlotjes haar theoretisch rijexamen. Zelf had ik me voorgenomen de praktische rijlessen aan mijn man over te laten. Ik en mijn lichaam herinnerden zich nog haarfijn mijn eigen eerste rijles met mijn vader. Akelig vond ik het om op het verlaten militair vliegveld 30km per uur te rijden. Zeer irritant als mijn vader met zijn immer rustige stem voor de 5de keer zei: "Dat proberen we gewoon nog eens opnieuw." Of dan weer met een kwinkslag en een zachte grinnik: "Ai, die voetganger is er geweest." Maar dan zag ik de twijfel in de ogen van mijn man, dus ik stapte met mijn dochter de auto in, op weg naar een verlaten industrieterrein op zondag. En ja hoor, mijn brein bleef kalm, haar brein daarentegen ging alle kanten uit. Vaak wou ze er de brui aan geven en was ik kop van jut omdat ik 'het niet goed uit kon leggen'. Na een tijdje hadden we een extra tool. 'Je stapt de auto in, je zet je zetel en je spiegels goed, je doet je gordel aan en ... je ademt 3x heel bewust en diep in en uit!' Na veel oefenen en veel op en neer gaande moed en goesting, behaalde ze na 2 pogingen haar rijbewijs.
Dan Hughes (2012) onderbouwde met zijn attachment based family therapy heel mooi hoe je als ouder je kind mee reguleert door zelf het kalme brein te zijn waar het kind in zijn ontwikkeling of concrete bedreigende situatie (nog) niet toe in staat is. De polyvagaaltheorie van Porges (2011) maakt duidelijk hoe ons autonoom zenuwstelsel ons navigeert doorheen de wereld en ons mobiliseert bij gevaar of immobiliseert bij te grote dreiging. En hoe we net als andere zoogdieren onze eigen soortgenoten voelen en mee reguleren of dysreguleren.
Als ik terugblik naar hoe ik leerde voelen, dan voel ik opnieuw een kramp in mijn middenrif. Voelen bracht me aanvankelijk alleen maar overspoeling. Ik voelde verdriet, kwaadheid en vooral angst. Vanuit mijn buik, naar mijn middenrif, doorheen mijn luchtpijp en dan TOE! Naar adem happen, ijl worden en soms even helemaal van de wereldbol verdwijnen. Nadien voelde het alsof ik een marathon had gelopen. Mijn volledige middenrif deed pijn, alle spieren verkrampt. Soms werd ik misselijk, alsof alle kommer en kwel er op die manier uit wou. Ooit zei mijn therapeut dat emoties zich vastzetten op slijmen in je lichaam. Dat het goed was dat dit gebeurde, dat ik ze er op die manier uit kon laten. Ik had toen medelijden met haar erg optimistische manier van kijken. Achteraf gezien, moet ik haar gelijk geven. Dat ook dit een deel van het proces van reguleren was, mijn systeem dat aangaf dat deze beweging nodig was op weg naar herstel en er tegelijkertijd voor zorgde dat mijn lichaam de tijd kreeg aan te geven wat wel en nog niet haalbaar was.
Als therapeut merk ik soms aan mijn eigen ademhaling hoe de patiënt voor of naast me zijn adem vasthoudt. Mee ademen kan helpend zijn bij hyperventilatie maar ook gewoon wanneer emoties het overnemen en maar niet benoemd of bedaard geraken. Ademen verbindt en zet de parasympatische rem in gang. Een rustige stem en letterlijke nabijheid helpen daarbij extra om turbulenties aan de binnenkant op te vangen. Zo merkte ik hoe ik voorover leunde naar mijn scherm toen ik een versterkende emdr sessie probeerde tijdens een videogesprek. De patiënte en ikzelf konden er nadat ze haar ogen terug opende -ook dat was best wel grappig zo beiden van achter ons scherm- heel hartelijk om lachen.
Het was een hele uitdaging om te leren vertrouwen op mijn binnenkant. Wat een ongeloof toen ze me leerden dat ademen werkt. Ik vond dit allemaal veel te zweverig. Kaarsjes uitblazen 10 op een rij en opnieuw, om te leren uitademen. Wanneer er zich een emotie aandiende, hield mijn systeem mijn adem op. Door los van een opkomende emotie te leren uitademen, simpelweg door het uitblazen van kaarsjes, kon ik dit gaandeweg toepassen wanneer een emotie zich aandiende. Wat als een natuurlijk proces zou moeten zijn aangeleerd, was mij ontnomen: er borrelt iets op, ik voel het, word me ervan bewust via mijn adem, kan het benoemen en zet het om in gepaste actie. Aartsmoeilijk en oh zo lastig als je dit als volwassene je eigen moet maken.
Het reguleren van je emoties gaat dus niet zonder slag of stoot. De belangrijkste verschuiving zat 'm in het moment dat ik leerde geen angst meer te hebben van wat naar boven kwam. Want het was angst, verkramping en angst voor de angst die tot hyperventilatie leidde.
Nu kan ik heel bewust in verbinding blijven met mijn binnenkant. Ik heb geen angst meer voor wat ik voel. Ik kan ook zoveel beter onderscheid maken in wat ik voel. Dus zelfs bij een intense emotie kan ik het gereguleerd krijgen, dwz het voelen en aanwezig blijven in het moment. Paniek daar doen we niet meer aan 😉 Ik kan zelfs enorm genieten en deugd hebben van heel bewust eens diep ademhalen of heel bewust zuchten. Tijdens een wandeling eens stilstaan bij wat er komt, en hier heel bewust op ademen, helpt me enorm om te reguleren. Het helpt me om te blijven bij wat er is, ook al is het iets lastig. Bewust doorademen is zowaar een automatisme geworden. Het zijn niet meer de lange ademhalingsoefeningen die ik nodig heb om goed te kunnen zakken. Enkele bewuste in- en uitbewegingen met mijn ademhaling is voldoende om te blijven bij wat er is en te doen wat gepast is voor mezelf en in de gegeven context. Om me te blijven bij wat er is, en te blijven staan, hoe stormachtig mijn binnenkant soms echt nog wel kan zijn.