Positie

31-03-2021

Nog niet zo lang geleden ging ik steevast de strijd aan om gezien en gehoord te worden. Wat de gevolgen ook waren, ik ging voor mijn gelijk. In mijn hoofd dacht ik dat dit nodig was. Positie innemen, schreeuwde ik! Nu voel ik hoeveel energie me dit kostte. Tegelijkertijd leverde het me weinig innerlijke kracht op. Het was het patroon dat ik kende. Hard genoeg roepen om misschien gezien te worden. Voelen hoe ik door mensen die er toe doen naar waarde wordt geschat, heeft mij geholpen. Je kan in je verhouding tot de ander blijven staan, zonder dat het afbreuk doet aan die verhouding of de ander. En toch is er soms ook nog echt twijfel, twijfel om te blijven staan. Dit blijven staan en de ander in zijn waarde laten, geraakt soms nog wel eens verstrengeld met dat verlangen (graag) gezien te worden.

Wanneer je psychisch onderuit gaat, wankelen diverse rollen en dus je positie. Je bent niet meer in staat om bepaalde rollen op een volwaardige manier op te nemen. Je identiteit raakt daardoor een beetje zoek. Therapie hielp mij om op een andere manier in het leven te staan. Ik neem letterlijk ten opzichte van mezelf en anderen een andere positie in. En dat is wennen voor beide partijen. Voor mij werd vertrouwen in mezelf het sleutelwoord in het blijven staan voor mezelf. Vertrouwen in jezelf doet je meer authentiek en dicht bij jezelf blijven. Des te dichter bij jezelf, des te minder wankel wordt het, ook al dagen de ander of de omstandigheden je standvastigheid uit.

Als systeemtherapeut bekijk ik de zaken graag circulair. Je positie nemen is altijd verbonden met je positie krijgen en vice versa. Als therapeut ben je een actieve deelnemer aan het veranderingsproces van je patiënt. Daarin is het samenspel van dicht bij jezelf en dicht bij de ander blijven als de as waarrond beweging kan ontstaan.

"Waarom praten we tegen onze baby terwijl hij onze woorden nog niet begrijpt?" vraag ik een vader tijdens een gezinsgesprek. Hij fronst zijn wenkbrauwen. De 20jarige dochter had 2 weken geleden een 3de zelfmoordpoging gedaan. Tijdens haar individuele therapie was ze samen met de therapeut tot een metafoor gekomen die haar turbulente binnenkant behapbaar maakte. Vader vond het allemaal maar therapeutische prietpraat en vond dat dat idee zijn dochter alleen maar zotter maakte. Ik trad naar voor. "Taal in de vorm van intonatie die rust en betrokkenheid uitstraalt. Ogen die gericht zijn op elkaar en zeggen 'ik ben er, je bent niet alleen'. Handen die reiken en houvast en oxytocine genereren. Allemaal om onze baby zijn eigen binnenwereld te leren behappen. Hoe knap is het niet dat je dochter dit proces voor zichzelf leert doen in therapie. Via het beeld brengt ze rust in zichzelf. Via de woorden kan ze 't vastpakken." Vader slikt en glimlacht ietwat onbeholpen richting zijn dochter. Ik adem diep in en uit en kijk iedereen even bevestigend aan.

Ik merk bij mezelf dat ik zo in mijn kwetsbaarheid schiet wanneer mensen vanuit macht hun positie ten opzichte van mij innemen. Zelfvertrouwen wordt op dat moment terug angst. Het maakt me trots dat ik ondanks de angst alsnog kan blijven staan. En dat heeft alles te maken met die belangrijke anderen die mij wel naar waarde schatten. Ze zitten gewoon mee op mijn schouder. En dan kan ik mild naar de ander kijken en het echt jammer vinden. Jammer dat de ander die stevige poot van waardering en eigenwaarde mist en zich dus staande moet houden vanuit macht.

Kunnen zien en voelen dat ik mijn positie inneem zonder ze met hand en tand te willen verdedigen, is zodoende opnieuw voedend voor mijn zelfvertrouwen. Daarnaast is het ook helpend om zicht te blijven houden op het effect dat stevig je positie innemen op anderen heeft. Zo houdt het me in lijn om niet naast mijn schoenen te gaan lopen.

Daar stond ik dan, boven op een stoel, ogen gericht op de grond. Mijn blik kon ik enkel wegdraaien van de spiegel voor mij en de boodschap op het blad op de grond voor mij: 'ik zie jou nog altijd graag!' De vrouwelijke patiënt had mij gevraagd de plek van haar moeder in te nemen. Het voelde voor haar te veel om van een groepslid te vragen voelen wie haar moeder echt is. Ik vroeg de groep om ervaringsgerichte vragen te stellen aan mij en aan haar. De vrouw, mijn dochter, stond schuin achter mij. Ik gunde haar geen blik. Mijn tenen grepen als het ware de stoel vast. Door haar tranen door zag de dochter voor 't eerst hoe wankel haar moeder stond. Ze voelde nog steeds het gemis van een erkennende blik. Ik voelde als moeder dat ik geen kant uit kon. Elke beweging deed me wankelen. Mijn armen waren verkrampt.

Na de opstelling schudde ik letterlijk de spanning uit mijn lijf. Ik had maar weer eens kunnen voelen hoe macht sterk lijkt, maar innerlijk weinig met kracht te maken heeft. De dame gaf me een dankbare glimlach en zuchtte een keer diep: 'Ik hoop dat ze ooit zichzelf terug graag kan zien.' Van kracht in mildheid gesproken!