Ik zie, ik zie wat jij niet ziet

30-01-2022

Als kind was dit één van mijn (Cathy) favoriete spelletjes met mijn zus op de lange vakantieritten naar de bergen met ons gezin. Ik ben totaal vergeten wie er de beste in was. Ik herinner me vooral dat het leuk was. Was 't het spannende spelaspect, het tijdverdrijf, de focus die ervoor nodig was, of de afstemming in het gegiechel. Vermoedelijk een combi van dit alles.

Ik voel, ik voel wat jij niet voelt

Daarin werd ik als kind ook best goed. Als therapeut tracht ik deze sensitiviteit in te zetten ten dienste van het proces van de ander. Soms is hier goed in zijn een pluspunt, soms zou ik die voeler ook wel eens af willen zetten. Ook daarin leerde ik iets extra tijdens mijn opgroeien, vermijden noemen we dat. Ik voel, ik voel wat ik nu voel. Wat ik voel, is klote, dus ik duw het weg. Ik voel, ik voel wat jij niet voelt. Wat je voelt, is klote, dus duw je het weg. Beide ken ik, beide kan ik. Ook daar heb ik me in kunnen perfectioneren. Ook al weet de therapeut in mij dat dit niet de meest constructieve weg is die een systeem nodig heeft om te bewegen en evolueren. Soms is dat de makkelijkste of de meest te verdragen weg. Jammer genoeg is het zowel de weg van de minste weerstand, als de weg van de grootste ondergang voor relaties die te belangrijk zijn.

'De vermijder in mezelf', gaf Cathy ons als thema deze maand. Onmiddellijk volgde een diepe zucht. Een zucht van 'jeetje, hoe krijg ik (Kelly) een patroon van zowat 30j van mezelf effe in een paar woorden op papier'. En een zucht van teleurstelling in mezelf, want hoe ontmanteld ik hem ook kreeg mijn vermijder, hij is er soms nog en dus moet ik wat mildheid aan de dag leggen.

Evident is het niet, je moet met jezelf aan de slag. Durven naar binnen gaan en de vermijdende vragen naar jezelf toe durven beantwoorden. Wat een geworstel was dit bij mezelf. Het deed ook pijn. Het deed me op bepaalde momenten nog dieper zakken. Een eindeloze put waar ik het einde even niet meer zag.

Vermijden is een vlucht- of overlevingsstrategie, een patroon om bepaalde zaken uit de weg te gaan en (nog) niet te zien. Wanneer je zicht krijgt op wat je je blinde vlek kan noemen, is dat een moment waarop dit keihard kan binnen komen, soms eerder dan 'aha, wat leuk dat ik dit nu weet van mezelf 😉'. Als hulpverlener probeer ik zorgzaam mijn ruimte te nemen om het vermijdende stukje bloot te leggen aan de persoon die voor me zit, wetende dat dit vaak met weerstand gepaard gaat.

'Ik ben zo boos op jou,' Lea draait met haar ogen en kruist ostentatief haar armen voor haar borst. Ik schrik een beetje. Waar is dat warme, zo afgestemde koppel van het vorige gesprek naartoe? John en Lea vormen een nieuw samengesteld gezin. Ze leerden elkaar 3 jaar geleden kennen tijdens een feestje van een bevriend koppel. Lea zat nog midden in haar vechtscheiding toen en was totaal niet op zoek. John was al enige tijd alleenstaande papa nadat zijn ex hem en hun zoontje van 3 verliet. John was onmiddellijk betoverd door Lea's warme lach. Het duurde niet lang voor ook zij zwichtte voor zijn rustige vastberadenheid als papa, man en ambulancier. 'Ik weet het,' antwoordt John rustig maar hij durft haar niet aan te kijken en ook hij kruist zijn armen. 'Maar je weet dat ik niet zo'n held ben in papierwerk. Je kent me toch. Daarom koos ik jou, jij bent het organisatietalent van ons beiden,' probeert hij te grappen maar hij kijkt haar niet echt aan. 'Dat is het nu net, je negeert gewoon wat ik al die jaren te veel doe. Alle mannen gaan altijd over mijn grenzen. Ik ben dat zo beu,' Lea verheft haar stem, de tranen springen in haar ogen. De trigger voor deze ontwrichting was de onthaalbediende van het ziekenhuis die bij de inschrijving de telefoonnummers checkte. Het nummer van zijn ex stond in zijn dossier als contactpersoon. Uiteraard wist John dat dit nummer daar nog stond, uiteraard wist hij dat dit Leah pijn doet, en nee, het liet hem niet koud, en toch, hij was er weer met een grote boog omheen gegaan. In het vervolg van het gesprek staan we stil bij wat dit met hen beiden doet, wat ze nodig hebben van elkaar, waar dit aan raakt diep van binnen. En zo zie ik op het einde van het gesprek terug dat afgestemde koppel dat moeite doet voor elkaar, zich afkeert van wat pijn doet, maar de moed heeft door de pijn heen te gaan om terug in elkaars ogen te kunnen kijken en af te spreken onmiddellijk na het gesprek de zaken recht te gaan zetten.

Om in therapie en in het leven door de pijn te gaan, hebben we vertrouwen nodig, in onszelf dat we wel weer op onze pootjes terecht komen na emotionele ontregeling, in de ander dat die er is om ons op te vangen als we blijven wankelen. Net dat maakt vermijden zo'n lastige strategie om onder ogen te zien en te ontmantelen. Vermijden zorgt immers voor een bovenlaag van rust in ons eigen systeem en in onze relatie met de ander. 't Is in de onderlaag dat het venijn en de pijn zich verbergt.

Als hulpverlener merk ik dat ik het lastig vind wanneer de persoon voor me in weerstand gaat als ik hem/haar een patroon wil verhelderen dat destructief is. Loslaten, hoe destructief ook, zorgt ook voor onrust. Het tempo van de cliënt hierin respecteren is de boodschap, wat niet betekent dat je in het patroon moet meestappen. Blijven staan en de eventuele kwaadheid valideren, doet het vertrouwen groeien. Zo belichaam ik dat ik blijf geloven in verandering.

Zelf heb ik jaren veel energie verloren aan het in stand houden van een patroon en het vermijden van ernaar te kijken of erdoor te willen gaan. Als lector in de opleiding tot ervaringswerker leg ik de nadruk op het kunnen reflecteren op eigen processen. Mooi hoe ik studenten hierin nog verschuivingen zie maken doorheen de opleiding van 3 jaar. Net als voor elke hulpverlener in de ggz is het essentieel als ervaringswerker je vermijdende stukken te kennen en er bewust van te zijn wanneer ze tussen jou en de ander komen te staan.

Mijn voornemen voor het nieuwe jaar was dicht bij mezelf te blijven. Als therapeut vind ik het essentieel om goed te voelen wat ik voel, om dicht bij mezelf te blijven om van daaruit nabij te kunnen zijn bij de ander. Te voelen wat van mij is, wat van de ander en wat in de tussenruimte tussen mij en de ander de ander kan doen bewegen. Dit is mijn kwetsbaarheid en mijn kracht als therapeut. Dus raap ook ik mijn moed bij elkaar en draai me terug naar daar waar voor mij belangrijke anderen iets laten liggen dat mij te veel ontregelt.