Geraakt in de kern – (veer)kracht in coronatijden
De coronacrisis zet de wereld op z'n kop. Het gevaar van besmetting raakt velen maar misschien zijn 't vooral de maatregelen die een uitdaging vormen. Ieder van ons heeft nood aan een vorm van structuur, 'n kader, 'n plan, 'n leidraad. Toen ik een maand geleden mijn afdeling moest sluiten en de ganse gewone werking moest aanpassen aangezien groepstherapie geen optie meer was, gaf dit niet enkel veel druk en chaos maar maakte het me vooral ook triest en in de war.
Daarnaast is gevoelde nabijheid een fundamenteel menselijke behoefte. En ook al kunnen we tegenwoordig meer dan alleen maar bellen, toch is er zelfs bij videobellen iets wat lijkt te ontbreken. Het is moeilijk om echt af te stemmen, om elkaars energie te voelen, om echt nabij te zijn. Net daar zit één van de krachten van groepstherapie. De dynamiek tussen mensen zorgt voor een katalyserend effect aan de binnenkant van individuen. Bij het videobellen zie ik, ook al ben ik me al wel langer bewust van mijn buitenkant, hoe ik letterlijk veel beweeg. Mimiek, handbewegingen, me verzetten op mijn stoel, mee ademen met de patiënt... maar of ik helemaal de energie van de ander op dezelfde manier kan pakken en de mijne kan overbrengen als wanneer we tegenover elkaar zitten, ik denk het niet... ik voel het althans niet altijd.
Daarenboven worden we ook nog eens beperkt in onze vrijheid, dus kunnen we niet zomaar dat wat we voelen dat nodig is voor onszelf of de ander omzetten in actie. Door in het ziekenhuis mee te werken in het 24/7 ondersteuningsteam voor de medewerkers ben ik hiervan al treffende voorbeelden tegen gekomen. Wat ik zag en voelde, was de kracht, de veerkracht, van collega's die wat hebben aan elkaar. Verpleegkundigen die met hun collega, met hun team, kunnen ventileren, lachen, leunen op elkaar, vooral als ze daarbij, vaak eerder onbewust, voelen dat de neuzen in dezelfde richting staan. Ineke Rood schreef vorig jaar in het tijdschrift voor Systeemtherapie een mooi artikel over veerkracht gebaseerd op het werk van Froma Walsch die veerkracht in gezinnen onderzocht. Ook ik voelde de afgelopen nachten dat veerkracht verre van een individuele eigenschap is. Ik zag en hoorde voorbeelden van verpleegkundigen die worden uitgedaagd in hun weerbaarheid en ik zag ze samen terug op hun pootjes terecht komen. Ik zag ook het zoeken van teams die door elkaar gesmeten waren, dus geen gedeelde ervaringen vooraf hadden en daardoor minder vertrouwen bij elkaar kunnen voelen. Want het is niet zozeer de last van die logge pakken die weegt bij hulpverleners op covid-afdelingen die hun draagkracht uitdaagt. Verpleegkundigen zijn immers overwegend oplossingsgerichte doeners die hun plan trekken en eerder vechten dan zuchten en vluchten. Het meest pijn doet het als het juiste doen als hulpverlener en als mens door de grenzen van het virus of de maatregelen geen optie meer is. Zoals het moeten kiezen wie van een gezin bij de stervende vader mag aanwezig zijn, of een man die enkel met handschoenen zijn stervende vrouw mag aanraken, of weten dat je wel nog iets had kunnen doen van onderzoek moest deze dame nu niet bevestigd positief zijn. Ik was waarlijk ontroerd de afgelopen nachten van heel veel menselijkheid. En dankbaarheid ook, want echt mogen vragen hoe het met de andere is, wordt ons vaak in de drukte van 'normale' omstandigheden niet gegeven.
De laatste week bekroop er mij een raar gevoel, een gevoel dat ik ergens wel herkende, maar veel liever ontkende. Ik vind het lastig om aan mezelf toe te geven dat ik nog steeds een kwetsbaar stuk heb. Het gevoel van ANGST bekroop mijn lijf, eerst heel zachtjes om dan net zoals het corona virus heel hard toe te slaan. Mijn luchtpijp gaat dicht, mijn middenrif klemt zich helemaal toe. Mijn hart maakt bokkesprongen, in mijn hoofd word ik helemaal ijl. Aarden dacht ik, aarden... Maar des te harder ik het probeerde te verdringen, des te harder het me terug nam. Ik kon de angst ook niet benoemen. Angst voor het Corona virus heb ik niet, ik ga hier heel mild mee om. Vanwaar dan die plotse beklemming?
Het werd me duidelijk dat ik moest ontspannen, maar net dat moeten zorgt ervoor dat net dat moeilijk lukt. Waar zat ik toch met mijn hoofd, of liever met mijn gevoel? Een online sessie lichaamswerk bracht me rust. De vertrouwde stem van therapeute An gaf me genoeg veiligheid om met de beklemming om te gaan. Ik voelde me niet alleen in mijn angst, en niet alleen om naar die binnenkant te gaan. En toch, na een uurtje was de onrust opnieuw zeer prominent aanwezig in mijn lijf. Op naar de dokter... 'Ik heb iets aan mijn hart'. Gelukkig bracht de cardio duidelijkheid... Eerlijk ik had liever iets aan mijn hart. Nog steeds kon ik niet benoemen waar die plotse angstaanvallen vandaan kwamen. Een belletje met Cathy bracht me duidelijkheid, al moest ik mezelf vermannen om niet neer te leggen. Het gevoel dat er iemand aan het meevoelen is, ook al is het via de telefoon was een zeer werkbaar iets. Zeer fijn om te ervaren dat afstemming via de lijn ook kan. Dat ademen en een vertrouwde stem horen, je zo dicht bij de andere kan brengen, en vooral ook zo dicht bij jezelf. Ze wond er geen doekjes om en floepte er zomaar uit: 'Je wordt geraakt in je eenzaamheid'. Het was alsof er een elastiekje kapot schoot. Ik voelde onmiddellijk ruimte komen ter hoogte van mijn middenrif. Ons gesprek verderzettend over toekomstplannen, was helpend om terug even op mijn positieven te komen. Ik nam na het gesprek nog even tijd voor mezelf om te ademen, en te laten stromen wat moest stromen. De spanning was weg, de angst was weg. Het kunnen benoemen en helder krijgen van het gevoel, dat heel onbewust in mijn lijf sloop, zorgde voor ontspanning en voor ruimte. Het gaf me opnieuw grond onder mijn voeten.
Verbinding kunnen voelen van op een afstand, het kan dus wel! Het was even de kleine ik die in een bedreigende situatie overnam. Bedreigend omdat er enkele fundamentele zaken op de helling zijn komen te staan. Het is niet evident om 4 kinderen te blijven animeren en daarbij ook nog eens voor jezelf te zorgen. Je moet je structuur heruitvinden en je voelt je tekortschieten tegenover je cliënten. Door de maatregelen kan ik hen niet zo nabij zijn als ik zou willen, al weet ik dat ze me nu meer dan ooit nodig hebben. Ik werd plots vanuit diverse kanten geraakt in mijn kern, in wie ik ben, met mijn krachten en ja, ook met mijn kwetsbaarheden/gevoeligheden.
Door opnieuw de nood van die kleine ik ruimte te geven, ernaar te luisteren, en te doorvoelen wat ik nodig had, de nood een veilige en afgestemde verbinding, kon ik terug ruimte vinden voor mijn volwassen stuk. Ik wankelde, kon leunen in vertrouwen en hervond mijn eigen kracht, mijn veerkracht. Ik sliep die nacht als een roosje ;-)